Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeide: Indien het den koning goeddunkt, en indien ik genade voor zijn aangezicht gevonden heb en [12]deze zaak [13]voor den koning recht is, en ik in zijn ogen [14]aangenaam ben, [15]dat er geschreven worde, dat de brieven [16]en de gedachte van Haman, den zoon van Hammedatha, den Agagiet, wederroepen worden, welke hij geschreven heeft, om de Joden om te brengen, die in al de landschappen des konings zijn. 12. Of, dit woord. 13. Hebreeuws, voor het aangezicht des konings. 14. Hebreeuws, goed. 15. Te weten, aan de vorsten en oversten. 16. Dat is, het boos voornemen van Haman. Zie vs.3.